fr

De evolutie van de kinesitherapie

Kinesitherapie, oftewel behandeling via beweging, is een relatief jonge discipline in de moderne geneeskunde. Ze kent haar oorsprong in het jaar 1813 in Stockholm, Zweden, waar pionier Pehr Henrik Ling in zijn Royal Central Institute of Gymnastics de eerste opleidingen lichamelijke opvoeding, sportcoaching en preventieve gezondheidszorg introduceerde.

Geschreven door Sam Decuyper, sportkinesitherapeut bij Soigné

Hoewel in 1813 reeds de grondslag was gelegd voor het ontstaan van kinesitherapie, raakt het beroep zoals we het vandaag kennen pas wereldwijd erkend met de start van de Eerste Wereldoorlog en tijdens de polio-epidemie in 1916. De ontwikkeling van onder andere hydrotherapie en Manual Muscle Testing zijn hier rechtstreekse gevolgen van.

De Tweede Wereldoorlog was de aanleiding voor de verdere ontwikkeling van het beroep. Zo werd bewegingstherapie ingezet om oorlogsslachtoffers met amputaties en bot- of zenuwletsels sneller terug te laten functioneren in het alledaagse leven. In de vroege jaren ’70 ging ook cardiopulmonale revalidatie tot het takenpakket van de kinesitherapeut behoren en tot op vandaag is dit onderdeel van de kinesitherapie onmiskenbaar bij het herstel na hart- of longaandoeningen.

Toen in het jaar 1965 fysische behandeltechnieken zoals elektrotherapie en ultrasound en rond 1980 ook ‘shock wave’-therapie hun intrede deden binnen de kinesitherapie, werd bij de uitoefening van het beroep steeds vaker gebruikgemaakt van toestellen. Deze behandelmethodes hebben zeker hun waarde bewezen, maar in de werkethiek van de hedendaagse kinesitherapeut spelen ze eerder een aanvullende rol.

Er wordt vandaag de dag namelijk steeds meer teruggegrepen naar de rudimentaire basis van het beroep: het bewegen en doen bewegen van de patiënt die we voor ons krijgen. Dit is ook de visie die wij, kinesitherapeuten bij Soigné, vooropstellen. Een ‘hands-on’-behandelstrategie, waarbij de therapeut passief het lichaam in beweging stelt via mobilisaties of manipulaties, wordt gelijkwaardig aangevuld met een ‘hands-off’-behandelplan, het doelgericht activeren van de patiënt. Op deze manier zorgen we niet enkel voor het verdwijnen van lichamelijke klachten, maar via activatie, secundaire preventie en aanzetten tot bewegen streven we er ook naar dat die klachten voorgoed weg blijven.

Kinesitherapie heeft al een behoorlijke weg afgelegd, waarbij mede door de technologische en intellectuele vooruitgang heel wat aanvullende methodes en technieken tot de competenties van de moderne kinesitherapeut behoren. Maar als ik het even aandurf de absolute essentie van mijn beroep als kinesitherapeut samen te vatten, lijkt het voor mij vrij simpel:

“Bewegen, doen bewegen, maar bovenal gezond bewegen.”